Decubitus

Algemene informatie

Decubituspreventie – informatie voor zorgvragers

Decubitus (doorliggen) is een beschadiging van de huid en/of het weefsel onder de huid. Decubitus ontstaat door aanhoudende druk op de huid of door druk in combinatie met schuifkrachten. Het ontstaat meestal op de plaats van een uitstekend bot. Risicoplaatsen zijn de stuit, zitknobbels, hielen, ellebogen, schouders, heupen of het achterhoofd.

Er is meer kans op het ontstaan van decubitus als u:

  • minder mobiel bent waardoor u niet regelmatig van houding kunt veranderen (bijvoorbeeld wanneer u bedlegerig bent of rolstoelgebonden)
  • onvoldoende eet of drinkt
  • stoornissen heeft aan de gevoelszintuigen
  • stoornissen heeft in de doorbloeding
  • een vochtige huid heeft (bijvoorbeeld door incontinentie)

Hoe herkent u de eerste tekenen van decubitus?

De beginfase van decubitus herkent u aan een rode plek die niet verdwijnt als u er met een vinger op drukt. Ook kunt u pijn of ongemak ervaren.
Decubitus komt meestal voor op plaatsen waar het bot dicht onder de huid ligt. Onderstaande afbeeldingen laten de meest voorkomende risicoplaatsen zien in verschillende houdingen.

Wat kunt u zelf doen om decubitus te voorkomen?

 U kunt zelf de volgende maatregelen nemen om decubitus te voorkomen. Als u dit niet zelf kunt, kunnen deze (deels) worden overgenomen door een familielid of mantelzorger of door een zorgverlener.

 Bewegen 

 Probeer zo veel mogelijk te bewegen.

Controleer uw huid               

Controleer of risicoplaatsen rood of pijnlijk zijn en laat uw (huis)arts (of andere betrokken  zorgprofessional) weten als u een rode huid of pijn heeft.       

Controleer bij roodheid of deze wegdrukbaar is.

Controleer wanneer u een getinte huid heeft de huid regelmatig op lokale warmte van de          huid;    bij een getinte huid is roodheid vaker moeilijk te zien, verschil in warmte kan duiden op het ontstaan van decubitus  

Houdingsverandering

Wissel in bed regelmatig (iedere 2 à 4 uur) van houding (linker zij, rug/buik, rechterzij, rug/buik etc.).

Ga bij zijligging in een houding van 30 graden liggen

Voorkom onderuitzakken in bed of stoel. Schuif zo weinig mogelijk heen en weer in bed of in (rol)stoel.

Beperk het zitten in bed om de druk op de stuit en de zitknobbels te verminderen.

Ga, als dit mogelijk is, nooit op een lichaamsdeel liggen dat nog rood is omdat u er eerder op gelegen heeft of waar een doorligplek aanwezig is.

In de (rol)stoel:

Zorg voor een goede zithouding waarbij uw bovenbenen volledig worden ondersteund door de zitting en de voeten steunen op de vloer of de voetsteun. Gebruik eventueel een voetenbankje.

Probeer, indien mogelijk en veilig, ieder uur uit de stoel te komen en een klein stukje te lopen of te gaan staan.

Zorg er anders in ieder geval voor dat uw zitvlak elk uur, een paar minuten los komt van de zitting bijvoorbeeld door naar voren en/of opzij te buigen.

Hielen vrij leggen

Zorg er voor dat uw hielen vrij liggen door een hoofdkussen onder uw onderbenen te leggen zodat uw hielen ‘zweven’. Let er op dat de knieën licht gebogen zijn.

Ook zijn er speciale hielwigkussens of verbandschoenen die ervoor zorgen dat de hielen vrij liggen.

Draag zorg voor een schone en droge huid

Gebruik tijdens het wassen een zeepvrije huidreiniger (verkrijgbaar bij de drogist) en was niet te ruw. Droog uw huid goed.

Draag in bed katoenen ondergoed; dit absorbeert het (transpiratie)vocht goed.

Houd uw bed schoon en droog. Kreukels en kruimels maken uw huid sneller stuk.

Bij incontinentie

Draag passend incontinentie materiaal.

Gebruik, in overleg met uw (huis)arts (of andere betrokken zorgprofessional), eventueel een barrièremiddel zoals een barrièrecrème  (verkrijgbaar bij drogist en apotheek) om de huid te beschermen tegen de inwerking van vocht van incontinentie of zweten.

Hulpmiddelen

U kunt in overleg met uw (huis)arts (of andere betrokken zorgprofessional) beoordelen of u een speciaal matras nodig heeft dat de druk kan verminderen.

Gebruik als u langdurig in een (rol)stoel zit een antidecubitus kussen dat de druk op de stuit en de zitknobbels kan verminderen.

Voeding en vocht

Zorg ervoor dat u voldoende eet en drinkt (verwijzing voedingscentrum). Drink ongeveer 1,5 liter per dag. Schakel uw (huis)arts of een andere betrokken zorgverlener in als u moeite heeft met eten en/of drinken.

 

Wat als u toch een decubituswond heeft?

Wondbehandeling

Wanneer uw huid kapot is, is het belangrijk om uw (huis)arts of een andere betrokken zorgprofessional in te schakelen. Het is allereerst belangrijk de oorzaak te achterhalen. De decubituswond zal bekeken worden, er zal met u worden doorgenomen welke maatregelen u treft en of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Er zal een individuele wondbehandeling afgesproken worden.

Het achterhalen van de oorzaak, het aanscherpen van de preventieve maatregelen en de behandeling van de decubituswond zijn de belangrijkste maatregelen die toegepast moeten worden, na ontstaan van een decubituswond.

Mogelijke aanpassingen zijn: frequentere houdingsveranderingen, hoogwaardigere materialen voor drukverlaging, voedingsinterventies en bij herhaling beoordelen van de huid zodat verandering van de wond en decubitus op andere plaatsen tijdig worden opgemerkt.

Veel wondverbandmaterialen kunnen tegenwoordig meerdere dagen blijven zitten. De wond krijgt dan meer rust om te genezen. Laat u goed informeren over het gebruikte wondverband en waar u op moet letten, bijvoorbeeld hoe en wanneer het vervangen moet worden.

Belangrijk

Stel bij twijfel altijd uw vragen aan uw eigen (huis)arts. De (huis)arts kan samen met u een inschatting maken van uw situatie en uw wensen, behoeften en zorgen bespreken. En kan u, indien nodig, verder helpen met een verwijzing naar een andere professional die u kan helpen bij (het voorkomen van) decubitus.